Volgens Wikipedia is de kerk van Schettens herbouwd in 1865 ter vervanging van een middeleeuwse kerk. De toren is gebouwd in 1877.
Bij de herbouw van deze kerk is voor het tongewelf gebruik gemaakt van bouwhout van de eerdere kerk. Behalve de onderkant van de koningsstijl, die weer op de originele plek in het hart van het koor staat, is al het verdere hergebruikte hout toegepast waar het uitkwam en heeft het geen relatie meer met de eerdere functie binnen de constructie.
Op de bovenstaande foto zien we de onderkant van de originele koningsstijl weer toegepast op de originele plek in het centrum van het koor. Verder zien we een nieuw dak en achter de koningsstijl nieuwe balken boven het koor. De schuine balk die van links voor naar de koningsstijl loopt is een deel van de vroegere vliering, waarin de verbindingsgaten van het rooster nog goed zijn te zien. In de vroegere constructie liepen er eiken gewelfhouten over het tongewelf, maar op de voorgrond van de foto is te zien dat dat nu van twee rondgezaagde en tegen elkaar aan geplaatste naaldhouten planken is gemaakt.
Het nieuwe timmerhout van de verbouwing in 1865 bestaat uit grenen- en vurenhout. De balken achter de koningsstijl zijn van vurenhout, en de kapconstructie is van grenenhout. Het hout liet zich goed dateren en verschillende boorstalen hebben een wan met eindjaar 1864. Dat sluit mooi aan bij de datum van de bouw van de kerk, die in 1865 moet zijn geweest.
Waar mogelijk is het eikenhout van het eerdere tongewelf hergebruikt. Het was een heel gezoek om nog goede boorstalen van dit hergebruikte eikenhout te kunnen afnemen. Eén van de boorstalen, FR17714, heeft als eindjaar 1461 met drie spintringen. Als we ervan uitgaan dat dit type eikenhout tussen de vijftien en vijfentwintig spintringen heeft, dan valt het kapjaar van dit hout te plaatsen tussen 1473-83. Het eerdere tongewelf is dan tussen 1474 en 1485 gebouwd.
Een unieke vondst waren de verschillende stukken van het vroegere ogiefgebint. Het ogiefgebint is het dragende deel van een tongewelf waarvan de binnenste cirkel de peer-kraalvormige ribben vormen aan de binnenkant van het tongewelf. Ze zijn hier opnieuw gebruikt als blokkelen in de basis van de constructie. Helaas waren ze zo zwaar verwormd dat er geen stalen van genomen konden worden, maar het lijdt geen twijfel dat ze uit de bouwfase 1474-85 zijn.
In de toren van de kerk, gebouwd in 1877, is verder geen hergebruikt hout meer te vinden. De goed gebouwde klokkenstoel en toren zijn daarom verder niet onderzocht.
Tekst, foto’s, boringen, metingen en datering Paul Borghaerts © 4-2-2017, met de onmisbare hulp bij de boringen van Harmen Westra; redactioneel meelezer Liuwe Westra.
Software Cdendro 9.1