Onderzoek

Een bouwhistoricus dateert panden aan de hand van de bouwtechnische en stilistische kenmerken. De gangbare theorie is dat bouwkenmerken een relatie hebben met de periode waaruit ze stammen. In de praktijk is dat lang niet altijd het geval. De bouwtechnische ontwikkelingen of stilistische vernieuwingen liepen niet overal gelijk. Uitsluitend afgaan op de bouwhistorische kenmerken kan daarom in een aantal gevallen geen zekere datering opleveren maar hooguit een globale aanwijzing voor de bouwperiode zijn.

In mijn onderzoek naar de Friese greide-boerderijen, stadspanden en kerken, stuitte ik al snel op dit probleem. Om alle kleine ontwikkelingsstappen, die er over de eeuwen heen hebben plaatsgevonden, op de juiste manier chronologisch te kunnen duiden, was het nodig om de houten constructies dendrochronologisch te dateren. De dendrochronologie, oftewel de boom-tijd-kunde, geeft in de meeste gevallen de exacte kapdatum van het hout. Het hout werd over het algemeen binnen één tot drie jaar in de bouw toegepast en dus volgt uit de kapdatum van het hout ook een vrij zekere bepaling  van wanneer het hout in de bouw is toegepast. Dendrochronologisch kunnen daarnaast meerdere bouwfasen in een gebouw worden ontdekt. Wanneer is welk hout precies aan de constructie toegevoegd, of wanneer zijn er grote verbouwingen geweest?

Eind 2017  is het bedrijf Borghaerts HoutDateRing opgericht. Naast commerciële dateringen is het doel om de snel groeiende stalencollectie, te onderzoeken en te behouden voor de toekomst. Het ligt voor de hand dat men in de toekomst in staat zal zijn om op basis van DNA of chemische samenstelling, of door betere dendrochronologische programma’s, meer kennis uit het stalenmateriaal te halen.

Met deze collectie stalen kunnen de transportroutes van het hout van de verschillende herkomstgebieden naar- en binnen Friesland, maar ook binnen de omliggende provincies, inzichtelijk worden gemaakt.

Een meer dan interessante “bijvangst” is alle kennis (meta-data) die gaande het onderzoek opgedaan kan worden over de onderzochte constructies. Dat ligt wel enigszins op het terrein van de bouwhistorie maar het blijft nadrukkelijk beperkt tot de houtconstructies zelf.

Paul Borghaerts Easterein, december 2022