De schuur van de boerderij genaamd “by de Piip”op de Hantummerwei 21 in Ternaard van Laurens Lankhorst en Anki van de Kamp is op een heel kenmerkende wijze voor de negentiende eeuw gebouwd. Het overwegend grenen bintwerk is in een uitstekende conditie. Het hout laat de kenmerkende grove houtstructuur zien van hout uit het gebied van Polen en Litouwen. Alleen de achterste stijl aan de linkerkant is van vurenhout. Op verschillende plekken zijn de korbelen aanwijsbaar van hergebruikt hout gemaakt. Ofwel zijn er sporen van een eerder pen- en gat verbinding danwel is aan het hout te zien dat het eerder als draaghout heeft gediend. Dat wil zeggen dat de uitsparingen voor de juffers nog te zien zijn. Deze hergebruikte delen zijn verder niet bemonsterd voor dendrochronologisch onderzoek.
De stijlen zijn opmerkelijk lang in verhouding tot de lengte van de liggerbalken. Dit is een bouwwijze die vanaf ca. 1800 voorkomt. De draaghouten liggen nagenoeg recht boven de stijlen en dat wijst op een jongere bouw. Mengvormen van verschillende bouwmethoden komen veel voor.
Er zijn veel merktekens aangetroffen op de balken. Het hieronderstaande merk laat links het nummer van de balk zien. De streep met het kruisje is een kwaliteitsmerk en staat voor “eerste kwaliteit”. De tekens recht staan voor de dimensionering van de balk. Dit type merktekens werd gebruikt in de havens van Stetin, Gdansk en Riga. Het was het gevolg van de poging om tot een standaard voor bouwhout te komen. Deze tekens komen pas in de eerste helft van de negentiende eeuw in gebruik.
De stijlen zijn zoals al gezegd van Pools- of Baltisch grenen en de hoeken van het hout zijn niet afgeschuind. Dat geeft aan dat de constructie van vóór 1860 moet zijn. Daarna is vrijwel al het zwaardere constructiehout wél afgeschuind. Waarschijnlijk door een tekort aan goed bouwhout. De vurenhouten stijl verraadt dat de bouw van ná 1848 moet zijn. Tot dusverre is er nog nergens vurenhout aangetroffen in de zwaardere constructiedelen van boerderijen van vóór 1848. De kenmerken van het hout en van de bouwwijze wijzen dus op een bouwperiode van tussen 1848 en 1860.
In totaal zijn er dertien boorstalen afgenomen; zes stuks van het bintwerk van de schuur, drie van het dorshuis, twee van het voorhuis en twee van het lytshûs.
Het eindjaar mét wan van boorstaal FR16403, genomen van een stijl van de schuur is 1853. Hetzelfde jaar geeft boorstaal FR16407 genomen van een zolderbalk van het dorshuis. De andere boorstalen van de schuur en van de dorshuisbalken hebben geen wan maar hebben een eindjaar dichtbij 1853. De conclusie is dat het hout voor de schuur en het dorshuis is gekapt in 1853 en dat de bouw heeft plaatsgevonden in 1854-55. Van de stalen van de schuur en die van het dorshuis kon ook nog een samengestelde meetreeks worden gemaakt die deze conclusie bevestigd.
Van het eikenhout in het lytshuis kan verder niets worden gezegd. Boorstaal FR16413 heeft als eindjaar 1468 maar het valt niet te zeggen hoeveel jaarringen er ontbreken. Het is wel te verwachten dat het hout uit de eerste helft van de zestiende eeuw is. Er kan niet worden vastgesteld of het hout bij het eikenhout van het voorhuis hoort. Daarvoor zijn er te weinig stalen afgenomen.
Het eikenhout in het voorhuis met staal FR16410 heeft als eindjaar 1522. De laatste jaarring is zeker de spintovergang. Dat is vastgesteld tijdens de boring. Er van uitgaande dat dit hout gewoonlijk een vijfentwintigtal spintringen heeft, plus of min vijf jaar dan is dit hout van 1542-1552.
Zonder twijfel is de huidige grote woning over een veel oudere bouwfase heen gebouwd. Op de achtermuur zijn in de deel oude ankers te zien. De eiken balkenlaag ligt wel vrij hoog wat de indruk wekt dat de balken verlegd zijn.
Conclusie:
De schuur en dorsruimte van de boerderij is gebouwd in 1854-55. Het hout van het lytshûs is zeer oud en hoort mogelijk bij de eiken balken in het voorhuis. Vast staat dat niet. Het eikenhout in het voorhuis is uit de periode 1542-52. Het heeft er alle schijn van dat de zolderbalken nog van het voorhuis van het vroegere langhuis zijn en stammen uit het midden van de zestiende eeuw. Wellicht dat bouwhistorisch onderzoek naar deze restdelen van de eerdere bebouwing hier nog meer over kan onthullen.
wan | ringen | eindjaar | |||||||
FR16401 | 90 | g | grenen | Stijl 9 wan | N | 81 | 1852 | ||
FR16402 | f | vuren | stijl 11 wan | J? | 80 | ||||
FR16403 | 90 | g | grenen | stijl 12 wan | J | 85 | 1853 | ||
FR16404 | g | grenen | stijl 10 wan | J | 131 | ||||
FR16405 | g | grenen | stijl 7 | J | 86 | ||||
FR16406 | g | grenen | stijl 8 – 1 cm | J? | 88 | ||||
FR16407 | 90 | g | grenen | Dorshuis rechts 1 | J | 107 | 1853 | ||
FR16408 | 90 | g | grenen | dorshuis rechts 2 | N | 109 | 1850 | ||
FR16409 | g | grenen | dorshuis rechts 3 | J | 70 | ||||
FR16410 | en | eiken | middelhuis balk (kast) | N | 127 | 1522 | |||
FR16411 | g | grenen | lengte balk voorhuis | N | 88 | ||||
FR16412 | en | eiken | lytshûs balk | N | 36 | ||||
FR16413 | en | eiken | lytshûs balk | N | 103 | 1468 | |||
FR16490 | 1/3/7/8 | 1853 |
Tekst, foto’s, boringen, metingen en datering Paul Borghaerts (c).
Sofware Cdendro 9.1 15-12-2017